De foto van Oranje op het EK van 1988 laat een elftal zien dat nog niet weet hoe groot de komende weken zullen worden. De spelers staan dicht bij elkaar, geconcentreerd en kalm, alsof ze voelen dat er iets klopt zonder te weten hoe ver het hen zal brengen. Het toernooi dat voor Nederland begon met twijfel veranderde langzaam in een zeldzame samenloop van vorm, karakter en timing.

In de groepsfase werd nog gezocht naar ritme. De nederlaag tegen de Sovjet Unie deed pijn, maar bracht ook helderheid. Vanaf dat moment kantelde het beeld. De overwinning op Engeland met een trefzekere Marco van Basten gaf richting. De zege op Ierland bracht het besef dat dit elftal kon groeien binnen het toernooi. Elke wedstrijd voelde alsof Oranje dichter bij zichzelf kwam.

De halve finale tegen West Duitsland werd het moment waarop de jarenlange spanning tussen beide landen voelbaar werd. Gullit bracht kracht en overzicht. Van Basten bepaalde het verschil in de afronding. De ontlading na afloop was intens en maakte duidelijk dat Oranje iets had doorbroken wat veel verder ging dan één wedstrijd.

De finale gaf het toernooi zijn iconische beeld. De volley van Van Basten, vanuit een hoek die niemand zou proberen, werd een van de beroemdste momenten uit de sportgeschiedenis. Het was de voltooiing van een ploeg die precies op het juiste moment het juiste elftal bleek. Gullit leidde, Van Basten besliste, maar de kracht zat in de eenheid achter hen. Koeman, Rijkaard, Van Breukelen, Wouters, iedereen droeg bij aan een geheel dat groter werd dan de optelsom.

Wie naar de foto van dat elftal kijkt ziet geen sterren die geschiedenis gaan schrijven. Je ziet een groep spelers die in balans is, die elkaar durft te vertrouwen en die klaarstaat voor iets wat pas later zijn betekenis zou krijgen. Het EK van 1988 werd geen hoofdstuk maar een mijlpaal. Een herinnering aan de weken waarin Oranje precies was wat het moest zijn. Een team dat even boven zichzelf uitstijgt en daarmee een land een blijvend beeld geeft.